muziekgroep

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  muziekgroep    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • mu·ziek·groep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord muziekgroep muziekgroepen
verkleinwoord muziekgroepje muziekgroepjes

Zelfstandig naamwoord

demuziekgroepv/m

  1. een groep personen die zich gezamenlijk oefent in het spelen of zingen van muziek, meestal met het doel ermee op te treden
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord muziekgroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.