narcisklokje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  narcisklokje    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • nar·cis·klok·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord narcisklokje narcisklokjes

Zelfstandig naamwoord

hetnarcisklokjeo dim. tant.

  1. (bloemplanten) een geslacht Leucojum  van bolgewassen uit de narcisfamilie (Amaryllidaceae ). De soorten komen voor van Europa en West-Azië tot in Noord-Iran
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord 'narcisklokje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.