nawerk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nawerk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈnawɛrək/ (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • na·werk
Woordherkomst en -opbouw
  • zn: samenstelling van  na vz  en  werk zn  omdat het gaat om onderdelen als bijlagen of appendices, notenapparaat, lijst van gebruikte literatuur, indices, inhoudsopgave, nawoord, colofon, addenda, corrigenda en errata die na het eigenlijke werk staan.[1]
  • ww:  nawerken ww  zonder de uitgang -en
enkelvoud meervoud
naamwoord nawerk -
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

Zelfstandig naamwoord

hetnawerko

  1. (drukkerij) onderdelen van een boek die zich na de hoofdtekst staan
    • Het boek besluit met nawerk, bestaande uit een verantwoording van de vertaling, enkele kaarten, commentaar bij de vertaling, een uitvoerige bibliografie en een index van de eigennamen en de belangrijkste zaaknamen die in de Servaaslegende voorkomen. [2]

Werkwoord

vervoeging van
nawerken

nawerk

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nawerken
    • ... dat ik nawerk. 

Gangbaarheid

  • Het woord nawerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.