nefroloog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nefroloog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ne·fro·loog
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Griekse νεφρός – nephros, "nier" met het achtervoegsel -loog
enkelvoud meervoud
naamwoord nefroloog nefrologen
verkleinwoord nefroloogje nefroloogjes

Zelfstandig naamwoord

denefroloogm

  1. (beroep), (medisch) een specialist die de nefrologie beoefent, een arts die zich bezighoud met nieraandoeningen
    • Mijn neef is een nefroloog. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord nefroloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.