nieuwbouwwijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  nieuwbouwwijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nieuw·bouw·wijk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nieuwbouwwijk nieuwbouwwijken
verkleinwoord nieuwbouwwijkje nieuwbouwwijkjes

Zelfstandig naamwoord

denieuwbouwwijkv/m

  1. een nieuw gebouwde woonwijk.

Gangbaarheid

  • Het woord nieuwbouwwijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.