nombre

Catalaans

enkelvoud meervoud
nombre nombres

Zelfstandig naamwoord

nombre m

  1. nummer
Synoniemen

Frans

Uitspraak
  • IPA: /nɔ̃bʁ/
  • Geluid:  nombre    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  nombre     le nombre     nombres     les nombres  

Zelfstandig naamwoord

nombre m

  1. (wiskunde) getal, nummer
  2. aantal, hoeveelheid
Afgeleide begrippen

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈnombɾe/
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • nom·bre
enkelvoud meervoud
nombre nombres

Zelfstandig naamwoord

nombre m

  1. naam
  2. (taalkunde) naamwoord
  3. zelfstandig naamwoord

Werkwoord

vervoeging van
nombrar

nombre

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nombrar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nombrar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nombrar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.