normbesef

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  normbesef    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • norm·be·sef
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord normbesef -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetnormbesefo

  1. besef van het bestaan van normen waaraan men zich heeft te houden

Gangbaarheid

  • Het woord normbesef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.