notenkraker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  notenkraker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • no·ten·kra·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord notenkraker notenkrakers
verkleinwoord notenkrakertje notenkrakertjes

Zelfstandig naamwoord

denotenkrakerm

  1. (gereedschap) een werktuig dat het kraken van noten vergemakkelijkt
    • Mag ik die notenkraker even? 
     Alleen al het inkopen doen voor de kerstmaaltijd. En het je herinneren hoe het zat met dadels en speculaas, het dopen van stukjes brood in hambouillon, varkenspootjes, stokvis met piment en witte saus op Zweedse wijze of spek in eigen vet, mosterd en doperwtenpuree op Noorse wijze, welke soorten noten verplicht waren — en op het laatste moment op kerstavond zelf notenkrakers aanschaffen —, rolham, haring en rijstebrij.[2]
  2. (zangvogels) een vogel van het geslacht Nucifraga  dat voorkomt in de bossen van Eurazië en Noord-Amerika
    • Notenkrakers leven voornamelijk van de zaden in dennenappels. 
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord notenkraker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. notenkraker op website: Etymologiebank.nl
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.