nuclear

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  nuclear    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈn(j)u.kli.ɚ/

nuclear

  1. (natuurkunde) (militair) nucleair, atoom-, kern-
  2. (biologie) met betrekking tot de celkern

Gangbaarheid

98 %van de Amerikanen;
98 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: [nu.kle.ˈaɾ]
Woordafbreking
  • nu·cle·ar
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van  núcleo zn  met het achtervoegsel -ar
  enkelvoud meervoud
mannelijk nuclear nucleares
vrouwelijk nuclear nucleares

Bijvoeglijk naamwoord

nuclear

  1. nucleair
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nuclear
nucleaba
nucleado
volledig

Werkwoord

nuclear

  1. rond een centrum verenigen, consolideren, concentreren

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.