nutshuisdier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nutshuisdier (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnʏtshœyzdir / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- nuts·huis·dier
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nut zn en huisdier zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nutshuisdier | nutshuisdieren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het nutshuisdier o
- beest dat door mensen in hun woning wordt gehouden om producten voort te brengen of voor ander praktische voordelen
- ▸ De fret is een gedomesticeerde vorm van een bunzing. Hij is door de eeuwen heen een huisdier voor de mens geweest, maar wel een nutshuisdier. Ze werden (en worden) immers vaak gebruikt bij de konijnenjacht of rattenvangst.[1]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord nutshuisdier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “De Fret” op deblauweark.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.