oksel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oksel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔksəl/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ok·sel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oksel oksels
verkleinwoord okseltje okseltjes

Zelfstandig naamwoord

deokselm

  1. (anatomie) holte tussen de arm en de romp, bij de schouder
     Niemand scheerde zijn kin of oksels, bh’s bleken niet te werken onder zware rugzakken en er was een gezonde hoeveelheid vrije liefde onder de jonge garde.[2]
Synoniemen
  • schouderholte
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oksel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.