okselhaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  okselhaar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔksəlˌhar/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ok·sel·haar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord okselhaar -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetokselhaaro

  1. (anatomie) beharing in de holte tussen de bovenarm en de romp
     Carice had wel verwacht dat haar jongere zusje de eerste zou zijn die een kind op de wereld zet. "Het voelt een beetje als toen mijn zus tien was en ik twaalf en we in het zwembad waren. Ze deed haar arm omhoog en toen zag ik dat ze al okselhaar had."[2]
Hyperoniemen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord okselhaar okselharen
verkleinwoord okselhaartje okselhaartjes

Zelfstandig naamwoord

okselhaar v / m / o

  1. enkele vezel uit de beharing in de holte tussen de bovenarm en de romp
     ls je bijvoorbeeld een okselhaar transplanteert naar het hoofd, zal dat haar dezelfde textuur, structuur, groeicyclus, kleur,… behouden als dat het was in de oksel.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord okselhaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Jelka van Houten zwanger” (23 september 2008) op nu.nl
  3. Weblink bron
    Marlies Dhaene
    “Bachelorproef” (2019), Erasmus Hogeschool Brussel, p. 31
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.