oliekan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oliekan    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈoliˌkɑn/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • olie·kan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oliekan oliekannen
verkleinwoord oliekannetje oliekannetjes

Zelfstandig naamwoord

deoliekanv/m

  1. kan waarin men olie bewaart en waaruit men olie kan schenken
    • Wim Kan zei tijdens de eerste oliecrisis al dat de olielanden nog wel eens met een oliekannetje langs de deur zouden komen om te vragen of wij misschien nog wat olie wilden kopen. Datzelfde zou nu moeten opgaan voor de bankiers en hun “haarlemmer olie”. Wilt u nog een extra kredietje? [2] 
    • De opvolger van de geslachtofferde Huisinga, Karel Noordzij, heeft ten opzichte van zijn voorganger één groot voordeel: hij is tijdelijk. Dat vertelde hij ook onmiddellijk na zijn aantreden en de enkele keren dat hij daarna voor het voetlicht trad. Hij doet niet meer dan binnen de veelgeplaagde spoorwegonderneming met de oliekan rondgaan om de vastgelopen en roestige raderen te smeren. [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oliekan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Telegraaf W. Okkerse 20 april 2015 Bankengeld buitenspel gezet
  3. Reformatorisch Dagblad Niek Sterk 28 februari 2002 Psychologie van wissel NS-top werkt nog
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.