olie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  olie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • olie
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Latijnse oleum, in de betekenis van ‘vette vloeistof’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1100 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord olie oliën
olies
verkleinwoord olietje olietjes

Zelfstandig naamwoord

deoliev/m

  1. (scheikunde), (voeding) benaming voor uiteenlopende soorten vettige vloeistoffen die niet of nauwelijks met water mengen
    • Er zit veel olie in de grond. 
     Vanwege de olie is de Nigerdelta al decennia het strijdtoneel van rebellen die de overheid en olieconcerns bestrijden, zoals Shell, dat volgens Amnesty International verantwoordelijk is voor grootschalige vervuiling in de delta.[2]
     Als de olie geperst is wordt hij eerst beoordeeld op smaak en zuurgraad voordat hij extra vergine mag heten.[3]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Olie in/op het vuur gieten/gooien
Iets zeggen of doen waardoor een toch al gespannen situatie verder verergert of een ruzie nog eens opnieuw begint
  • Olie op de golven gieten
Door iets te zeggen of te doen de mensen rustiger laten worden
  • De olie in de lamp is op
Het geld is op
  • In de olie zijn
Dronken zijn
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
oliën

olie

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oliën
    • Ik olie. 
  2. gebiedende wijs van oliën
    • Olie! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oliën
    • Olie je? 

Gangbaarheid

  • Het woord olie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.