ondeugd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ondeugd    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ɔndøxt/
Woordafbreking
  • on·deugd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ondeugd ondeugden
verkleinwoord ondeugdje ondeugdjes

Zelfstandig naamwoord

deondeugdv/m [2] [3]

  1. slechte gewoonte of handeling
    • Een gat in de hand is een ondeugd waar velen mee worstelen. 
  2. iemand -vaak een jonge persoon- die kattenkwaad uithaalt
    • Die ondeugd heeft het wachtwoord van m'n PC gewijzigd! 
Antoniemen
Hyponiemen
  • hoofdondeugd
Opmerkingen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ondeugd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.