onmacht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  onmacht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • on·macht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord onmacht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deonmachtv/m

  1. het niet kunnen doen wat je graag wilt of nodig hebt
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onmacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.