ontkenning

Nederlands

Uitspraak

Geluid: ontkenning (hulp, bestand)
IPA: / ɔntˈkɛnɪŋ / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

ont·ken·ning

Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van ontkennen met het achtervoegsel -ing ^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ontkenning	ontkenningen
verkleinwoord	ontkenninkje	ontkenninkjes

Zelfstandig naamwoord

de ontkenning v

handeling of uiting waarmee iemand kan laten weten dat iets niet waar is
tegenspraak op een bepaalde vraag of bewering

Hyponiemen

[2] aidsontkenning, Holocaustontkenning

Verwante begrippen

[1] negatie

Vertalingen

1. handeling of uiting waarmee iemand kan laten weten dat iets niet waar is

Afrikaans: ontkenning ^(af)
Duits: Verneinung ^(de) v, Leugnung ^(de) v
Engels: abnegation ^(en), denial ^(en), renunciation ^(en)
Frans: dénégation ^(fr) v

Spaans: negación ^(es) v, denegación ^(es) v
Zweeds: nekande ^(sv)

Gangbaarheid

Het woord ontkenning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontkenning" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.^[2]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Afrikaans

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ontkenning	ontkennings

Zelfstandig naamwoord

ontkenning

ontkenning

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.