ooglijder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ooglijder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oog·lij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ooglijder ooglijders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deooglijderm

  1. iemand met een oogziekte
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ooglijder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.