oomzegger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oomzegger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oom·zeg·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van oom en de stam van zeggen met het achtervoegsel -er [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord oomzegger oomzeggers
verkleinwoord oomzeggertje oomzeggertjes

Zelfstandig naamwoord

deoomzeggerm

  1. (familie) zoon of dochter van een broer of zus
    • Simon is ook een oomzegger van de voormalige toparbiter Jan Keizer.[2] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • oomzeggerskind

Gangbaarheid

  • Het woord oomzegger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.