oorlogstoestand
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: oorlogstoestand (hulp, bestand)
Woordafbreking
- oor·logs·toe·stand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van oorlog zn en toestand zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | oorlogstoestand | oorlogstoestanden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de oorlogstoestand m [1]
- door een regering afgekondigde situatie van oorlog
- ▸ 'De regering heeft er verkeerd aan gedaan om zo vroeg al de oorlogstoestand af te kondigen en zo de mensen in paniek te brengen.[2]
- (figuurlijk) situatie die lijkt op die van een oorlog
- ▸ Wij hebben het allebei overtreden, wat alleen mogelijk was doordat we in een oorlogstoestand leefden, ja bijna als frontsoldaten opereerden.[3]
Gangbaarheid
- Het woord oorlogstoestand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Liu Cixin“Het donkere woud” (2008), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645828
- ↑ Péter Nádas“Het boek der herinneringen” (1986), Athenaeum - Polak & Van Gennep , ISBN 9055154407
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.