toestand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toestand    (hulp, bestand)
  • IPA: /'tustɑnt/
Woordafbreking
  • toe·stand
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘gesteldheid’ voor het eerst aangetroffen in 1648 [1]
  • samenstelling van  toe  en  stand 
  • Naamwoord van handeling van toestaan
enkelvoud meervoud
naamwoord toestand toestanden
verkleinwoord toestandje toestandjes

Zelfstandig naamwoord

detoestandm

  1. een geheel van omstandigheden waarin iets of iemand zich bevindt
    • De toestand in de wereld is momenteel goed. 
  2. de informatie die men over een systeem moet hebben om het gedrag ervan te kunnen bepalen
    • een 10-bits register kan 1024 toestanden aannemen, elke nieuwe toestand volgt uit de huidige en de ingangssignalen 
  3. een ongelukkige situatie (gedoe, gezeur)
    • Wat een toestand, zeg! 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • toestandsvergelijking
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord toestand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.