oorlogswinter

Niet te verwarren met: Oorlogswinter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oorlogswinter    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɔrlɔxsˌwɪntər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • oor·logs·win·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorlogswinter oorlogswinters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deoorlogswinterm

  1. winter tijdens een oorlog
     De Oekraïense regering probeert de bevolking gerust te stellen, maar de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft gewaarschuwd voor een oorlogswinter in Oekraïne die miljoenen mensenlevens bedreigt.[2]
  2. verouderde spelling of vorm van Oorlogswinter tot 2006
     In de oorlogswinter kocht hij [Van Ginneken] een pak van V&D en liep er triomfantelijk mee rond.[3]

Gangbaarheid

  • Het woord oorlogswinter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    KVE & ADN
    “Eerste sneeuw in Oekraïne terwijl Russen gasproductie aanvallen, WHO waarschuwt voor oorlogswinter die miljoenen mensenlevens bedreigt” (21 november 2022) op hln.be
  3. Weblink bron
    Gerrold van der Stroom
    Jac. van Ginneken in de Tweede Wereldoorlog in: Voortgang., jrg. 18 (1999), Stichting Neerlandistiek VU, Amsterdam / Nodus Publikationen, Münster, ISBN 9072365623, p. 192 noot 51
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.