oorvijg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oorvijg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oor·vijg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oorvijg oorvijgen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deoorvijgv/m

  1. een klap in het gezicht
    • [E]en snotneusje van een jaar of twaalf snijdt met een scheermes de schoudertas open en heeft het beursje al in de hand wanneer ik hem met een ouderwetse oorvijg wegstuur.[3] 

Gangbaarheid

  • Het woord oorvijg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.