oostkant

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oostkant    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oost·kant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord oostkant oostkanten
verkleinwoord oostkantje oostkantjes

Zelfstandig naamwoord

deoostkantm

  1. de kant die in het oosten gelegen is.
    • Aan de oostkant van de stad ligt een groot bos. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord oostkant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.