openlucht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  openlucht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • open·lucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord openlucht -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deopenluchtv/m

  1. in de ~: buiten de deur, onder blote hemel
    • We kunnen de voorstelling ook in de openlucht houden, mits het weer meezit. 
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord openlucht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.