opleidingseis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: opleidingseis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- op·lei·dings·eis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van opleiding zn en eis zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opleidingseis | opleidingseisen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de opleidingseis m
- opleiding die men gevolgd moet hebben om een bepaald beroep te mogen uitoefenen
- ▸ "Ondertussen zijn het de bestaande medewerkers die het allemaal moeten opknappen", zegt Mieke van Vliet van de FNV. "De werkdruk is hoog. Er wordt wel wat geautomatiseerd, maar dat gaat zo langzaam. Ook komen er nieuwe werknemers binnen die eigenlijk onder de opleidingseis zitten. En hen opleiden kost ook veel tijd. Ze moeten de komende tijd door die zure appel heen bijten. Dat gaat nog jaren duren."[1]
- ▸ "Het is niet een simpel trucje" zegt Hauber. "Wij vinden dat er minimale opleidingseis moet komen. De behandelaar moet minimaal een gezondheidspsycholoog zijn."[2]
Gangbaarheid
- Het woord opleidingseis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Vakbonden verwachten nog lang problemen bij Belastingdienst” (Dinsdag 29 januari 2019, 18:17), NOS
- ↑ Weblink bron Silvia Pilger“EMDR: een therapie die steeds meer wordt toegepast” (Zaterdag 28 januari 2017, 19:39), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.