oranjeappel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oranjeappel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • oran·je·ap·pel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘sinaasappel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1534 [1]
  • samenstelling van  oranje  en  appel zn  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord oranjeappel oranjeappelen
oranjeappels
verkleinwoord oranjeappeltje oranjeappeltjes

Zelfstandig naamwoord

deoranjeappelm [3]

  1. (plantkunde) (fruit) Citrus aurantium  Citrus aurantium var. amara  vrucht van de oranjeboom of sinaasappel
Verwante begrippen
  • Chinese sinaasappel, bitter orange, bittere sinaasappel, bittersinaasappel, bittersinaasappelboom, oranjeboom, pomerans, pomeransboom, pommerans, sevillasinaasappel, zure sinaasappel, zure sinaasappelboom
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord oranjeappel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.