oranjehuis

Niet te verwarren met: Oranjehuis, Oranje Huis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  oranjehuis    (hulp, bestand)
  • IPA: /oˈrɑɲəˌhœys/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • oran·je·huis
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling van  oranje zn "sinaasappel"  en  huis zn "gebouwd verblijf" , oorspronkelijk een ruimte waar men sinsaasappelplanten kon kweken [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord oranjehuis oranjehuizen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetoranjehuiso

  1. (verouderd) (bouwkunde) aanbouw of vrijstaand gebouw met glazen wanden, vaak gebruikt als ruimte waar men bij koud maar zonnig weer aangenaam kan verblijven
      Van zyn Studeerkamer begaven wy ons in de tuin, met eene verbaazende menigte keurlyke Gewassen en Planten vervuld: eenige stonden in een Oranjehuis; (…)[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'oranjehuis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron Brief van een Russischen edelman Iwan Al-z in: Vaderlandsche Letteroefeningen., jrg. 23 deel 2 (april 1783), A. van der Kroe en Yntema en Tieboel, Amsterdam, p. 266
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.