organel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  organel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • or·ga·nel
enkelvoud meervoud
naamwoord organel organellen
verkleinwoord organelletje organelletjes

Zelfstandig naamwoord

hetorganelo

  1. (biologie) deel van een cel met een bepaalde functie, zoals lysosoom, mitochondrium, nucleus.
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord organel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
23 %van de Nederlanders;
34 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɔrganɛl/
Woordafbreking
  • or·ga·nel

Zelfstandig naamwoord

organel

  1. genitief meervoud van organela
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.