ouderdomsziekte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ouderdomsziekte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ou·der·doms·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ouderdom zn en ziekte zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ouderdomsziekte | ouderdomsziektes ouderdomsziekten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ouderdomsziekte v
- ziekte die vooral voorkomt bij oudere mensen
- ▸ Jaarlijks krijgen 11.000 mannen in Nederland prostaatkanker en overlijden er ruim 2600. Het is een ouderdomsziekte. Boven de 70 jaar heeft 30 procent van de mannen prostaatkanker, boven de 90 jaar nagenoeg iedereen.[1]
- ▸ Stel: we zouden hart- en vaatziektes kunnen genezen. Dat verlengt de gemiddelde levensduur maar met 2,8 jaar. Dan sterft iemand alsnog aan Alzheimer, kanker of een andere ouderdomsziekte. Als we de veroudering afremmen, lossen we meerdere vliegen in één klap op.”[2]
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ouderdomsziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron 05-07-2017,“Hoe vaak moet je klaarkomen om prostaatkanker te voorkomen?” (Simone van Zwienen en Hanneke van Houwelingen), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Revolutie in geneeskunde” (02 nov. 2017), De Telegraaf
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.