overlevingsvaardigheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overlevingsvaardigheid (hulp, bestand)
- IPA: / ˌovərˈlevɪŋsˌfardəxhɛit / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- over·le·vings·vaar·dig·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van overleving zn en vaardigheid zn met het invoegsel -s-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | overlevingsvaardigheid | overlevingsvaardigheden |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de overlevingsvaardigheid v
- kennis en kunde die men nodig heeft om noodsituaties aan te kunnen
- kennis en kunde die men nodig heeft om in de wildernis te kunnen leven
- ▸ Ter voorbereiding op deze tocht had ik het gevoel dat ik mijn overlevingsvaardigheden moest verbeteren. Als ik soms tot wel twee weken achter elkaar in de wildernis zou moeten overleven, zou het goed zijn als ik wist hoe ik mijn eigen wonden moest dichtnaaien zoals Rambo.[1]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'overlevingsvaardigheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.