overspannen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  overspannen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌovɛrˈspɑnə(n)/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˌovərˈspɑnə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌovərˈspɑnə(n)/
Woordafbreking
  • over·span·nen
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen overspannenoverspanneneroverspannenst
verbogen overspannenste
partitief overspannensoverspanneners-

Bijvoeglijk naamwoord

overspannen

  1. ziek door een te zware belasting op geestelijk vlak
    • Na dat zware jaar bleek hij toch overspannen te zijn geraakt. 
  2. (handel) overbelast, te actief (van een markt, de economie, enz.)
Afgeleide begrippen
Vertalingen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
overspannen
overspande
overspannen
zwak -d

gemengd

volledig

Werkwoord

overspannen overgankelijk

  1. te sterk gespannen
    • Doordat het touw werd overspannen knapte het. 
  2. ergens overheen spannen
    • Het is ze gelukt het hele stadion te overspannen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: overspannen…
geen verbogen vorm

overspannen

  1. voltooid deelwoord van overspannen

Gangbaarheid

  • Het woord overspannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.