pafzak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pafzak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • paf·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pafzak pafzakken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

depafzakm

  1. (pejoratief) grof, dik, lomp mens
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord pafzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.