panamahoed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  panamahoed    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpanamaˌhut/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pa·na·ma·hoed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord panamahoed panamahoeden
verkleinwoord panamahoedje panamahoedjes

Zelfstandig naamwoord

depanamahoedm

  1. (hoofddeksel) soort strohoed met donker lint en brede rand
    • In 2012 is de eeuwenoude weeftraditie van Ecuadoriaanse strohoeden uitgeroepen tot ‘Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid’. De oorspronkelijke naam van de strohoed is ‘Jipijapa’ (‘Xipixapa’) of ‘Montecristi’. Dus niet Panamahoed, zoals hij soms ten onrechte wordt genoemd. [2] 
    • Het bekende stroachtige hoofddeksel wordt door vele mensen Panamahoed genoemd. Toch vindt de productie ervan plaats in Ecuador en Mexico. Hoe is die naamgeving dan ontstaan? Vroeger werden zulke hoeden via een centrale douanepost in Panama geëxporteerd en kreeg elk exemplaar de stempel 'Panama'. [3] 
Vertalingen
   1. zie: panama   

Gangbaarheid

  • Het woord panamahoed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.