pansfluit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pansfluit (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pans·fluit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van Pan en "natuurgeest" en fluit zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pansfluit | pansfluiten |
verkleinwoord | pansfluitje | pansfluitjes |
Zelfstandig naamwoord
de pansfluit v / m
- (muziekinstrument) een blaasinstrument dat is samengesteld uit een reeks van eentonige fluiten
- ▸ De panfluit roept bij velen associaties op met ”Nederland zingt”, waar ze meestal gebruikt wordt voor het mediteren over en het begeleiden van geestelijke liederen. De pan(s)fluit bestaat al meer dan 2000 jaar.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord pansfluit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pansfluit" herkend door:
19 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron S. M. W. Bezemer“Verso” (03-02-2010), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.