papaz

Turks

Woordafbreking
  • pa·paz
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Griekse παππάς (ook gespeld als παπάς).
enkelvoud meervoud
nominatief   papaz     papazlar  
genitief   papazın     papazların  
datief   papaza     papazlara  
accusatief   papazı     papazları  
locatief   papazda     papazlarda  
ablatief   papazdan     papazlardan  

Zelfstandig naamwoord

papaz

  1. (religie) priester; pope
  2. de koning in een kaartspel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.