parkiet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  parkiet    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɑrˈkit/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • par·kiet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord parkiet parkieten
verkleinwoord parkietje parkietjes

Zelfstandig naamwoord

deparkietm

  1. (papegaaiachtigen) kleine papegaaiachtige vogel
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord parkiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.