paswoord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: paswoord (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pas·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pas en woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paswoord | paswoorden |
verkleinwoord | paswoordje | paswoordjes |
Zelfstandig naamwoord
het paswoord o
- (informatica) een geheim woord dat aan degene die het kent samen met zijn gebruikerscode toegang verschaft tot een informatiesysteem
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord paswoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paswoord" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.