wachtwoord
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wachtwoord (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑxtwort / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- wacht·woord
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wacht en woord [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wachtwoord | wachtwoorden |
verkleinwoord | wachtwoordje | wachtwoordjes |
Zelfstandig naamwoord
het wachtwoord o
- (informatica) een geheim woord dat men moet produceren om ergens toegelaten te worden
- U dient uw gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren om toegang te krijgen tot het netwerk.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- wachtwoordkraken
Verwante begrippen
- controlemerk
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord wachtwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wachtwoord" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ wachtwoord op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.