peies
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: peies (hulp, bestand)
- IPA: /ˈpɛiəs/
Woordafbreking
- pei·es
Woordherkomst en -opbouw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | peies | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de peies v / m
- (Jiddisch-Hebreeuws) haarlokken vóór de oren van een joodse man
Verwante begrippen
- Hebreeuws: peot
- pijpenkrul
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord peies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "peies" herkend door:
| 7 % | van de Nederlanders; |
| 6 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.