pendag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pendag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pen·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pendag pendagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dependagm

  1. eerste ziektedag of ziektedagen waarop iemand nog geen ziektegeld ontvangt
  2. laatste twee dagen van week waarvoor het loon pas de volgende week betaald wordt
Synoniemen
  • [1] wachtdag

Gangbaarheid

  • Het woord 'pendag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
30 %van de Nederlanders;
35 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.