pen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pen    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɛn/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • pen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘schrijfgereedschap’ voor het eerst aangetroffen in 1351 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord pen pennen
verkleinwoord pennetje pennetjes

Zelfstandig naamwoord

depenv/m

  1. (teken- en schrijfmateriaal) instrument om met inkt te schrijven of te tekenen
    • Hij schrijft met een pen. 
  2. (teken- en schrijfmateriaal) dat gedeelte van een vulpen waarmee de inkt over het papier verdeeld wordt
  3. (biologie) lange, stevige veer van vogels
    • Zijn er oude pennen blijven staan: tot de helft afknippen, dan laten uitdrogen en daarna pas trekken.[3] 
  4. (techniek) dunne staaf om in of door iets te steken
    • Een metalen pen met gravering. 
Synoniemen
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
pennen

pen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pennen
    • Ik pen. 
  2. gebiedende wijs van pennen
    • Pen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pennen
    • Pen je? 

Gangbaarheid

  • Het woord pen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  pen (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɛn/
enkelvoud meervoud
pen pens

Zelfstandig naamwoord

pen

  1. pen
  2. hok, kooi
  3. (scheepvaart) duikbootdok, onderzeeërbunker
  4. (eendvogels) vrouwtjeszwaan
  5. (informeel) gevangenis, bajes, bak [3], lik [3], nor, petoet
vervoeging
onbepaalde wijs to  pen 
he/she/it  pens 
verleden tijd  pent 
voltooid
deelwoord
 pent 
onvoltooid
deelwoord
 pening 
gebiedende wijs  pen 

Werkwoord

pen

  1. overgankelijk neerschrijven, neerpennen, op papier zetten
  2. overgankelijk opsluiten, vastzetten

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /peːn/
Woordafbreking
  • pen
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig uit het Frans

Bijvoeglijk naamwoord

pen

  1. mooi, knap, netjes
    «I dag den siste mai er det spådd pent vær og stigende temperatur.»
    Vandaag, in de laatste dag van mei, worden er mooi weer en stijgende temperaturen voorspeld.
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud pen penere penest
o enkelvoud pent
meervoud pene
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
pene penere peneste

Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /peːn/
Woordafbreking
  • pen
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig uit het Duits.

Bijvoeglijk naamwoord

pen

  1. mooi, knap, netjes
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud pen penare penast
o enkelvoud pent
meervoud pene
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
pene penare penaste

Welsh

enkelvoud meervoud
 pen   pennau 

Zelfstandig naamwoord

pen m

  1. (anatomie) hoofd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.