personeelsuitje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: personeelsuitje (hulp, bestand)
- IPA: / pɛrsoˈnelsœycə / (5 lettergrepen); /pɛrsoˈnelsœytɕə/
Woordafbreking
- per·so·neels·uit·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van personeel zn en uitje zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | personeelsuitje | personeelsuitjes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het personeelsuitje o
- een feestelijk gelegenheid waarbij collega's uitgaan
- ▸ Leraren van de NHTV uit Breda hebben in het Restaurant van de Toekomst in Wageningen tijdens hun jaarlijkse personeelsuitje experimenteel gegeten.[1]
Synoniemen
- personeeluitje (uitspraakvariant)
Gangbaarheid
- Het woord personeelsuitje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Docenten eten stierenballen en wormen” (19 april 2012), Misset Horeca
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.