pijngrens

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pijngrens    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pijn·grens
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pijngrens pijngrenzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

depijngrensv/m

  1. het punt van waaraf een toenemende prikkel als pijn wordt ervaren
    • ‘Mijn vader had een veel lagere pijngrens, emotioneel dan. Hij was schoenmaker, had later ook een schoenwinkel, maar maakte zich veel zorgen als hij weer eens in een machine moest investeren, dat woog zwaar. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord pijngrens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Volkskrant Nathalie Huigsloot25 januari 2019 INTERVIEW JAN MULDER
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.