pincode
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pincode (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pin·co·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pin en code
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pincode | pincodes |
verkleinwoord | pincodetje | pincodetjes |
Zelfstandig naamwoord
de pincode m
- (financieel), (economie) de code die men moet intoetsen om met een betaalpas/pinpas ergens te kunnen betalen
- een code die men moet intoetsen om ergens toegang toe te krijgen
- Bij het aanzetten van mijn telefoon moet ik een pincode ingeven.
Gangbaarheid
- Het woord pincode staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pincode" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Nedersaksisch
Zelfstandig naamwoord
pincode
- (financieel)(economie) pincode; de code die men moet intoetsen om met een betaalpas/pinpas ergens te kunnen betalen
Veluws
Zelfstandig naamwoord
pincode
- (financieel)(economie) pincode; de code die men moet intoetsen om met een betaalpas/pinpas ergens te kunnen betalen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.