piston

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  piston    (hulp, bestand)
  • IPA: /pisˈtɔn/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • pis·ton
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zuiger, ventiel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord piston pistons
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

depistonm [4]

  1. (muziek) koperen blaasinstrument met ventielen
  2. ventiel van een koperen blaasinstrument
  3. (motortechniek) zuiger
  4. kruiwagen
Verwante begrippen
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord piston staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  piston (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpɪstən/
enkelvoud meervoud
piston pistons

Zelfstandig naamwoord

piston

  1. (motortechniek) zuiger, van een pomp, verbrandingsmotor etc.
  2. (muziekinstrument) ventiel van een koperblaasinstrument
Synoniemen
Verwante begrippen

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  piston    (hulp, bestand)

Zelfstandig naamwoord

piston m

  1. (spreektaal) kruiwagen
    «Les seules gonzesses qui sont promues dans cette sale boîte sont les salopes qui ont du piston
    De enige vrouwen die in deze gore tent promotie krijgen, zijn de dellen met vriendjes op de goede plek. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.