ploot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ploot    (hulp, bestand)
  • IPA: /plot/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • ploot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ploot ploten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deplootv/m

  1. door ploten van wol ontdane schapenvacht
  2. bedrieger, schelm
Afgeleide begrippen
  • plootwol, ploter

Werkwoord

vervoeging van
ploten

ploot

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van ploten
  2. gebiedende wijs van ploten

Gangbaarheid

  • Het woord ploot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
12 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.