pomphuis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pomphuis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • pomp·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pomphuis pomphuizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetpomphuiso

  1. gebouw waarin een pomp staat
    • Voor de kelder staat een ouder pompgebouw. Hieronder is een berging waarin nog 100.000 liter water is opgeslagen. Bij kelder en pomphuis horen 5,2 hectare bos en dik 2 hectare cultuurgrond: samen 7,5 hectare. [2] 
    • Het pomphuis met gasflessen en diesel op het terrein ontploft. Boiso vindt een vluchtroute over stenen naar beneden. Hij struikelt en valt. Zijn Portugese vriend is aan de andere kant van het terrein en belandt in de vlammenzee. “De vuurstorm raasde er in vijf minuten overheen.” Vrienden houden de gewonde Portugees met natte doeken in leven. “Het duurde vijf uur voordat er een ambulance kon komen, want het hele gebied was afgesloten. Het was een chaos.” [3] 
    • De brand ontstond tijdens het verwijderen van petroleumproducten uit een pijpleiding tussen een naftatank en een pomphuis. [4] 
  2. omhulsel dat het pompmechanisme en het te pompen medium omgeeft
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord pomphuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.