pomp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  pomp    (hulp, bestand)
  • IPA: /pɔmp/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • pomp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pomp pompen
verkleinwoord pompje pompjes

Zelfstandig naamwoord

[A]depompv/m

  1. (gereedschap) werktuig dat door middel van drukverschil vloeistoffen of gassen verplaatst
     Omdat de pomp ruim onder het peil van de laagste waterstanden was geplaatst, was een vacuüminstallatie niet nodig.[4]
  2. (informeel) benzinepomp, tankstation
     In Tain l'Hermitage zien we een vervallen garage uit de jaren dertig. G RAGE staat boven de poort, zoals de Nationale 7 ook veel OTELS en RE TAUR NTS kent. De pompen staan er nutteloos bij, op een uithangbord wuift een Michelinmannetje naar de klanten die nooit meer zullen komen.[5]
  3. (waterbeheer), (techniek), (Noord-Nederland), kokervormige onderdoorgang om water af te voeren

[A]depompm

  1. krachtige beweging om met een pomp vloeistof in beweging te brengen
Synoniemen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] door de pomp gaan
    na eerder verzet toch instemmen
 "Minister Slob is door de pomp", zegt politiek verslaggever Ron Fresen. "Hij noemt dit zelf een verduidelijking van zijn standpunt, maar de minister is gewoon teruggefloten door de rest van het kabinet."[6] 
  • [1] loop naar de pomp
    bekijk het maar, ga weg, zoek het maar uit
 Ten tweede dacht ik dat jij de ware was. Maar nu kun je naar de pomp lopen! Zij die altijd zo mooi was geweest, haar op wie ik zo verliefd was.[7]
  • [1] van pomp noch pompstok weten
    niets weten, heel dom zijn
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
pompen

[A] pomp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pompen
    • Ik pomp. 
  2. gebiedende wijs van pompen
    • Pomp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pompen
    • Pomp je? 

Zelfstandig naamwoord

[B]depompm

  1. (kleding) verstelwerk
  2. (informeel) baantje
  3. (verouderd) pracht, praal
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord pomp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[8]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.