poppenkast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: poppenkast (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pop·pen·kast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pop en kast met het invoegsel -en- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | poppenkast | poppenkasten |
verkleinwoord | poppenkastje | poppenkastjes |
Zelfstandig naamwoord
de poppenkast v / m
- (spel) getimmerte waarin een poppenspel wordt gespeeld
- Ligt er een poppenkast op zolder?
- (spel), (toneel) poppenspel dat hoort bij het onder [1] genoemde
- We speelden poppenkast voor de klas.
- (figuurlijk), (pejoratief) aanstellerij, schijnvertoning
- De hele politiek is een poppenkast.
Afgeleide begrippen
- poppenkasterij, poppenkastfiguur, poppenkastpersonage, poppenkastpop, poppenkastspel, poppenkastvoorstelling
Gangbaarheid
- Het woord poppenkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poppenkast" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.